In 1997 maakte ik kennis met de dharmakunst-leringen van Chögyam Trungpa. Een toevallig opgevangen gesprek over kunst in het Shambhala meditatiecentrum in Amsterdam opende een nieuw hoofdstuk in mijn leven. Ik schreef me in voor de workshop Dharma Art 'Coming to Your Senses' met Herb Elsky, en direct daarna nam ik deel aan een 10-daags Dharmakunst Festival in Frankrijk.
Tijdens dit festival dompelde ik me onder in de contemplatieve kunsten, met een benadering van 'geen idee', een open geest en een frisse blik voordat je creatieve expressie geeft. Ik maakte kennis met kalligrafie, Kyudo (het pad van de boog), Mudra Space Awareness (gewaarzijnsbeweging), Ikebana (het pad van de bloemen) en Bugaku (Japanse hofdans). De essentiële basis in deze contemplatieve benadering van kunst is het trainen en vertrouwen in open ruimte en het toepassen van de tijdloze principes van hemel, aarde en mens.
Deze hernieuwde benadering van het creatief proces was in het begin ongemakkelijk, en tegelijk een verfrissende ervaring. In groot contrast met mijn gebruikelijke manier van kunst maken. Voor het eerst in lange tijd ervoer ik diepe zingeving en herontdekte ik mijn plezier. Gelijktijdig begon ik met meditatie, alsof mijn leven ervan afhing, en startte ik mijn studie in het Shambhala-boeddhisme.